In Jozua 10 kunnen we de woorden lezen, waarmee Jozua zowel de zon als de maan stilzet. Jozua zegt: “Zon, sta stil in Gibeon, en maan, in het dal van Ajalon!” en dit gebeurt vervolgens ook!
Een bijzondere geschiedenis in Gibeon, ongeveer 5 kilometer ten noorden van Jeruzalem. Wat het bijzonder maakt is dat het lijkt alsof de zon en maan luisteren. Het is goed om met het denken van toen te kijken naar deze gebeurtenis. Men dacht toen dat de aarde plat was en dat de zon aan het draaien was om de platte aarde. Met dat denken in ons achterhoofd is het logisch dat Jozua vraagt aan God om de zon en maan stil te zetten. We denken dat God in zijn Grootheid besloot om in te gaan op Jozua zijn verzoek, maar niet de zon stil zette, maar de aarde niet meer liet draaien.
God staat dus boven de tijd en is bij machte in te grijpen in cyclussen en tijd. Onze vraag is: “Heeft God vaker de tijd stilgezet?”. We hopen in de Bijbel het antwoord te vinden en dan gaan we specifiek naar het bijbelboek Daniël kijken.
Hier vinden we de tekst in hoofdstuk 9:26 en 27:
Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.
Een volk van een vorst, een volk dat komen zal, zal de stad en het heiligdom te gronde richten.
Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed en tot het einde toe zal er oorlog zijn,
verwoestingen waartoe vast besloten is. Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang. Halverwege de week zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden. Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.
Wat we in veel bijbelcommentaren lezen is dat de 69 weken voorbij zijn, omdat de Messias uitgeroeid is (Jezus Christus is gekruisigd) en dat de zeventigste week nog niet is begonnen. Het lijkt erop dat de tijd stil staat voor het volk waarover het hier gaat: de Joden. Als de tijd stil staat, waarom is dat? En wanneer gaat de tijd weer verder?
Waarom staat de tijd stil?
Als we aan het Joodse volk denken, is het verschrikkelijk dat de tijd stil staat. Maar God zal toch niet zomaar de tijd stil hebben gezet? In Romeinen 11 lezen we:
God heeft hun een geest van diepe slaap gegeven, ogen om niet te zien en oren om niet te horen, tot op de dag van heden. Zijn zij soms gestruikeld met de bedoeling dat zij vallen zouden? Volstrekt niet! Door hun val echter is de zaligheid tot de heidenen gekomen om hen tot jaloersheid te verwekken. Want ik wil niet, broeders, dat u geen weet hebt van dit geheimenis (opdat u niet wijs zou zijn in eigen oog), dat er voor een deel verharding over Israël is gekomen, totdat de volheid van de heidenen is binnengegaan.
Er is dus over Israël een verharding gekomen, vanwege de heidenen! Zoals we in het boek Handelingen kunnen lezen, was het geloof in God niet alleen voor het Joodse volk, maar ook voor de heidenen. Het geloof is tot ons gekomen, om de Joden tot jaloersheid te wekken. Voor ons een enorme zegen, maar voor het Joodse volk verschrikkelijk, dat God hiervoor heeft gekozen. De verharding zal stoppen als de volheid van de heidenen is binnengegaan. God laat hier zien, dat Hij een getal in zijn hoofd heeft, waarmee de volheid is bereikt. 200 miljoen? 2 miljard? 5 miljard? We weten het niet, maar het is moet een volheid zijn. In het Grieks staat er pleroma, wat ook wel de verblijfplaats van de goddelijke wereld betekent of de gemeente komt tot de door God beloofde bestemming. Om de laatste gedachte nog even te benadrukken: er is een verharding, totdat een van te voren bepaald aantal heidenen de verblijfplaats van God zijn binnengegaan. Lijkt dit op de opname?
Wanneer gaat de tijd gaat weer verder?
Er staat in Daniel 9 dat de zeventigste week begint wanneer Israël een verbond sluit met betrekking tot de vrede van het volk en de heilige stad. Het verbond heeft betrekking op de strijdende partijen in de Joodse staat. In het verbond wordt met nadruk gewezen op de heilige stad, op Jeruzalem. De stad zal als politieke en religieuze hoofdstad dienen voor zowel de Joden als de Palestijnen. Twee verschillende religies zullen afspraken maken over hun heilige plaatsen. Het verbond zal waarschijnlijk inhouden dat beide partijen hun erediensten kunnen gaan houden op de Tempelberg. De Joden zullen het slacht- en spijsoffer weer in gaan stellen, omdat dit in het midden van de zeventigste week weer stopgezet gaat worden.
Tijd staat stil
Als we bedenken dat voor de Joden de tijd stil staat en we lezen in met dat in ons achterhoofd Mattheus 24:34, waarin Jezus voorzegt dat dit geslacht niet voorbijgaat:
Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht zal zeker niet voorbijgaan, totdat al deze dingen gebeurd zijn.
dan lijkt dit vers een andere inhoud te krijgen, namelijk dat Jezus wist dat voor de Joden de tijd stil zou gaan staan en dat daardoor het geslacht waar Jezus tegen sprak inderdaad niet voorbij zou gaan.
Opmerkelijk
Stilstaand bij de overgang van de negenenzestigste week naar de zeventigste week, brengt ons bij het opmerkelijke feit dat de staat Israël op 14 mei jl. haar negenenzestigste verjaardag vierde en dat haar zeventigste levensjaar begon. Een bijzondere overeenkomst! We moesten ook denken aan Psalm 90 vers 10 waarin ook zeventig jaren wordt genoemd:
De dagen van onze jaren: daarin zijn zeventig jaren, of, als wij zeer sterk zijn, tachtig jaren.
Ook in dit vers een aanwijzing dat een geslacht zeventig jaar duurt. Laten we hopen dat spoedig de zeventigste week gaat beginnen, dan gaat de verharding weg voor de Joden. Dan kunnen ook zij Jezus leren kennen. Niet dat wij uitzien naar de verdrukking, maar zeker wel naar de opname. Gods reddingsactie voor Zijn kinderen! Het leven is te serieus om er dood aan te gaan. Kies vandaag nog voor Jezus Christus.
Wat gebeurt er wanneer God de aarde stil zet? Oh, even de kunstmatige zwaartekracht aanzetten. Waarom niet gewoon geloven dat de zon en de maan stilstonden. Dat past natuurlijk niet in ons heliocentrisch denken.
En God zeide: Dat er lichten zijn aan het uitspansel des hemels om scheiding te maken tussen de dag en de nacht, en dat zij dienen tot aanwijzing zowel van vaste tijden als van dagen en jaren;
Aanschouw ik uw hemel, het werk van uw vingers, de maan en de sterren, die Gij verankerd hebt: