Jezus Christus vertelde in Mattheüs 25 een gelijkenis aan zijn discipelen. Hierin werd duidelijk dat er twee groepen maagden zijn: wijze en dwaze. Mogen we deze gelijkenis op onszelf toepassen en horen wij daarom ook bij één van de twee groepen: de wijzen of de dwazen? Laten we met elkaar in het verhaal duiken!
De gelijkenis vertelt ons dat er tien maagden vol verwachting waren, want ze gingen hun bruidegom tegemoet. Maar omdat de bruidegom uitbleef, vielen ze allemaal in slaap en uiteindelijk mochten alleen de vijf wijze maagden naar de bruiloft, omdat zij genoeg olie in hun lampjes hadden. De vijf dwaze maagden bleven achter en de deur bleef dicht!
We kunnen niet elk aspect van de gelijkenis uitdiepen, maar we willen stilstaan bij de dichte deur, de olie in de lampjes en de komst van de Zoon des mensen.
Ik ken u niet!
De zin van Jezus Christus “Ik ken u niet” uit Mattheus 25:12 is misschien wel de meest beangstigende zin die je vooral niet wil horen. Maar is het nodig om angst te hebben voor deze zin als je een wedergeboren christen bent? Als je Efeze 2:8-9 leest, geldt voor ons het volgende: “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.”
Paulus maakt ons hier duidelijk dat we niets maar dan ook niets aan het volbrachte werk van Jezus Christus kunnen toevoegen. Het is alleen maar genade. Toen Jezus Christus uitriep aan het kruis “het is volbracht”, was Zijn offer voor eens en altijd genoeg. Niet alleen voor de mensen die in Hem geloven, maar voor elk mens dat vanaf de schepping is geboren. Door genade zijn wij gered en niet om wat wij doen of niet doen. Daarom hoeven we geen angst te hebben dat Jezus Christus ons niet zal kennen.
Lampjes gevuld houden
Als je deze gelijkenis op jezelf betrekt, dan leer je dat je je lamp gevuld moet houden met olie. Vaak wordt de Heilige Geest met olie vergeleken, dus dan betekent het dat ik mijzelf gevuld moet houden met de Heilige Geest. Kan ik dat? Kan ik iets doen om mijzelf gevuld te houden met de Heilige Geest of woont de Heilige Geest in mij en kan hij niet “verhuizen”? Als ik door werken te doen meer Heilige Geest heb, staat dat haaks op de eerdergenoemde Efeze 2, het is níet uit werken, het is alleen maar genade.
Daarnaast moet ik olie kopen (Mattheüs 25:10) om gevuld te blijven. Ook dat staat haaks op de gratis gave van de inwoning van de Heilige Geest. Persoonlijk kan ik niets doen om meer Heilige Geest te ontvangen. Wél kan ik door te luisteren naar de zachte fluisterstem van de Heilige Geest, meer werking zien van de Heilige Geest door mij heen. Maar dat zijn niet mijn werken, maar Zijn werking!
Zoon des mensen
De gelijkenis eindigt met de woorden: “Wees dan waakzaam, want u weet de dag en ook het uur niet waarop de Zoon des mensen komen zal.” Hierbij kun je een vraag stellen: Dit komen van de Zoon des mensen, zoals hier beschreven, is dat met de opname of met de wederkomst?
De nadruk ligt op het woord “komen”. In het Grieks is dat het woord “erchomai” en dat is een fysiek komen, dus zichtbaar voor iedereen. In 1 Thessalonicenzen 4:16-17, waar de opname beschreven staat, wordt het woord “parousia” gebruikt, wat aanwezigheid betekent. Dat is heel iets anders, waardoor het duidelijk lijkt dat het komen van de Zoon des mensen duidt op de fysieke wederkomst en de opname van de gemeente, het komen in de aanwezigheid van Jezus Christus is.
Verwacht
We hopen dat het je duidelijk is, dat je deze gelijkenis niet zomaar op jezelf mag betrekken. Doe je dat wel, dan kun je angstig worden dat Jezus Christus jou misschien wel niet kent. Door de angst kun je juist op werken gericht zijn, om God goedgezind te krijgen. Dát kan nooit de bedoeling zijn! We mogen in alle ontspannenheid God dienen, de komst van Jezus Christus verwachten en intussen vanuit Zijn genade harten raken.
Niet alles is Genade. Want als het dat maar is, dan hebben we geen deel aan Hem. En onsvoig op het Midden oosten houden is ons oog “in het vlees”, houden. En niet naar het Geestelijk aspect van onze relatie. Wet en Genade horen bij elkaar. Zonder wet geen Genade want dan hebben we onze (Genade), tijd verspeelt. U moet trouwens Ooenbaring nog maar eens goed lezen, want juist daarin staat dat Jezus over een Geestelijke relatie spreekt die alleen het Overblijfsel Jan begrijpen. “Wat de knechten” nog “moeten weten”,. We moeten ons of niet op het gevallen Israël houden… Lees verder »
Overigens spreekt Jacobus over een dood geloof, niet over dat iemand de eeuwige dood zal ontvangen. Het is een onbruikbaar geloof, net als Laodicea. Want zowel heet als koud is bruikbaar water. Het gaat niet over of iemand een warm hart heeft, want koud zou ook goed zijn. Het gaat erom of je bruikbaar bent. En dat kan nooit resulteren in verlies van redding, maar wel van loon. Zie 1 Cor. 3:10-15 🙂
Er zullen mensen zijn die de grote verdrukking overleven, Fred. Dat maakt vers 1 van Matth. 25 meteen al duidelijk. Het gaat hier over wie dat 1000-jarige koninkrijk der hemelen in mag. Omdat wij niet eens in de verdrukking zullen zijn (1 Thess. 5:9) kan dit nóóit over ons gaan. Jacobus heeft het in hoofdstuk 2 overigens over werken die volgen vanuit onze redding, niet werken die leiden tot onze redding. De causaliteit is dus andersom. Als jij denkt iets te kunnen toevoegen aan het volbrachte werk van Jezus voor jouw redding, zou ik maar uitkijken. Gal. 1:6-9, Ef. 2:8-9
Als je de gelijkenis niet op jezelf zou moeten betrekken, op wie dan wel. Jacobus zegt “Geloof zonder werken is dood. In Matth. 7:21 zegt Yeshua: Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Yeshua was de perfecte mensgeworden Tora. Dus volgens mij is geloof zonder werken dood en het werken is het doen van de wil van de Vader. Het verlossingswerk is voor ieder die Yeshua aanneemt, en dat kan niet anders door Hem uit dankbaarheid te gehoorzamen. De… Lees verder »