IN EEN OOGWENK?

In ons denken is een lengte van een oogwenk, de tijd dat het duurt dat je met je ogen knippert. Maar is dat ook zo in het Joodse denken tijdens het schrijven van de Bijbel? Is het zo’n korte tijd, dat je er amper bewust van bent? We gaan eens nadenken over een oogwenk: is dat werkelijk zó kort?

Het begrip in een oogwenk heeft met de avondschemering te maken. Deze schemering wordt gezien als de overgangsperiode tussen dag en nacht en duurt een bepaalde tijd. Maar hoe werd de lengte van de avondschemering bepaald?

Twee sterren

Zolang twee sterren van middelgrote omvang zichtbaar zijn is het nog avondschemering, maar het is nacht zodra de derde ster van middelgrote omvang wordt gezien. In de oudheid begreep men dat de nacht in een bepaald moment in de tijd begint, maar dat dit moment onmogelijk is om te bepalen. Daardoor werd de tijd tussen de tweede en derde ster een ogenblik werd genoemd.

Oogwenk

Ditzelfde begrip wordt door Paulus gebruikt in 1 Korinthe 15:51-52, waar hij profeteert dat de rechtvaardigen zullen worden veranderd in een oogwenk:

Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.

Paulus gebruik van de uitdrukking “in een oogwenk” komt perfect overeen met het oude begrip. Het exacte moment dat de nacht begint, blijft dus een beetje verborgen in het Joodse denken. Het is elke dag niet hetzelfde tijdstip. Tegelijkertijd, als de nacht begint, begint de volgende dag (datum) op de Joodse kalender. Zo is het ook met het tijdstip van de opname: we zullen niet weten wat het exacte tijdstip zal zijn, maar we weten dat het moment nadert.

We zien als het ware al bijna twee sterren aan de hemel verschijnen. Het wachten is op het moment dat de bazuin van God zal klinken. Dan zal ook de derde ster zichtbaar gaan worden, dat is een vaststaand feit!

Het moment van de ontmoeting met Jezus Christus zal een onbeschrijfelijk mooi moment zijn en gelukkig niet in een oogwenk voorbij zijn. We zullen voor altijd bij Hem zijn (1. Thess. 4:18).